Publicaties

Generieke milieurisicobeoordeling van replicatie-deficiënte adenovirale vectoren in klinische studies

Adviezen | 24.03.2021 | CGM/210324-02

Vectoren afgeleid van adenovirussen (adenovirale (AdV)-vectoren) zijn de meest gebruikte vectoren in klinische gentherapiestudies. Er wordt een onderscheid gemaakt tussen vectoren die wel (replicatie-competent) en die niet (replicatie-deficiënt) kunnen repliceren.
De COGEM heeft verscheidene keren geadviseerd over klinische studies waarbij AdV-vectoren ingezet worden. Mede naar aanleiding van een brede vergunningaanvraag om replicatie-deficiënte AdV-vectoren te gebruiken voor klinische vaccinstudies, heeft de COGEM een generieke milieurisicobeoordeling voor klinische toepassingen met deze vectoren opgesteld. Deze generieke milieurisicobeoordeling beperkt zich tot de replicatie-deficiënte AdV-vectoren, waarbij minimaal het zogenaamde E1-gebied uit het virale genoom is verwijderd.
Replicatie-deficiënte AdV-vectoren zijn geattenueerd en biologisch ingeperkt, en kunnen vanwege hun replicatie-deficiënte eigenschap niet in het milieu verspreiden. De COGEM is van oordeel dat, gezien de eigenschappen van replicatie-deficiënte adenovirale (AdV)-vectoren, de risico’s voor mens en milieu bij klinische studies met deze vectoren verwaarloosbaar klein zijn, mits aan een aantal randvoorwaarden voldaan wordt. Deze generieke milieurisicobeoordeling kan het vergunning­verlenings­proces voor klinische studies vereenvoudigen en stroomlijnen, omdat het als basis kan dienen voor het instellen van een vergunning onder vaste voorwaarden (VoV) voor deze toepassingen.

Download publicatie