Publicaties

Pathogeniteitsclassificatie van de Newcastle disease virus (NDV) vaccinstam LaSota (en afgeleiden)

Adviezen | 02.12.2020 | CGM/201202-02

De COGEM is gevraagd te adviseren over de pathogeniteitsklasse van vaccinstam LaSota (en daarvan afgeleide niet genetisch gemodificeerde stammen, in het bijzonder Clone 30) van het Newcastle disease virus (NDV), en de plaatsing van deze vaccinstam op Bijlage 4 van de Regeling ggo. NDV kan ‘Newcastle disease’ (pseudovogelpest) veroorzaken, een ernstige en zeer besmettelijke ziekte die verschillende vogelsoorten kan treffen. De ziekte wordt overgedragen door direct of indirect (via voer, uitwerpselen, water of kleding) contact, of via de lucht (aerosolen). Lentogene (niet-virulente) vaccinstammen LaSota en de daarvan afgeleide Clone 30 worden al lange tijd gebruikt als vaccin bij pluimvee en veroorzaken soms milde ziekteverschijnselen. Bij mensen wordt infectie met NDV zelden gerapporteerd en kan in zeldzame gevallen tot zelflimiterende conjunctivitis leiden. NDV kan niet worden overgedragen van mens naar mens.
Lentogene NDV stammen, waaronder LaSota en Clone 30, bevatten een monobasisch aminozuur op de klievingsplaats van het F0-eiwit en voor deze stammen is een intracerebrale pathogeniteitsindex (ICPI) vastgesteld van minder dan <0,7. Op basis van deze eigenschappen worden zij avirulent geacht.
Al het bovenstaande in overweging nemende, adviseert de COGEM de NDV vaccinstammen LaSota en Clone 30 in te delen in pathogeniteitsklasse 2 als strikt dierpathogenen en te plaatsen op Bijlage 4 van de Regeling ggo. Ook andere lentogene NDV stammen die een monobasische klievingsplaats bevatten in het F0-eiwit en een ICPI van <0,7 adviseert de COGEM in te delen in pathogeniteitsklasse 2 als strikt dierpathogenen.

Download publicatie