Publicaties

Milieurisico’s van import en verwerking van gg-mais MON 95275

Adviezen | 03.11.2022 | CGM/221103-01

De COGEM is gevraagd om te adviseren over eventuele milieurisico’s van import en verwerking van de genetisch gemodificeerde (gg-) maïslijn MON 95275. Deze gg-maislijn zal niet als individuele lijn worden gecommercialiseerd, maar zal alleen gebruikt worden als kruisingsouder om nieuwe gg-maisvarianten mee te produceren die meerdere transgenen bevatten (stapelen). De beoordeling behelst het hypothetische geval dat deze gg-mais geïmporteerd wordt. In de gg-maïslijn MON 95275 zijn sequenties geïntroduceerd om de plant weerbaarder te maken tegen plaaginsecten. Hierdoor brengt MON 95275 twee insecticidale eiwitten, Mpp75Aa1.1 en Vpb4Da2, en het dubbelstrengs RNA (dsRNA) transcript DvSnf7 tot expressie, die bescherming bieden tegen vraat door bepaalde keverachtigen, met name de maïswortelkever.
Het is onwaarschijnlijk dat de gg-maisplanten zich in Nederland kunnen vestigen, omdat verwildering van maïsplanten is in Nederland nooit waargenomen. Bovendien komt de wilde verwant van maïs, teosinte, niet in de natuurlijke omgeving in Nederland voor, waardoor de ingebrachte genetische eigenschappen zich niet naar een andere soort kunnen verspreiden.
De moleculaire karakterisering van maïs MON 95275 voldoet aan de eisen van de COGEM. Er zijn geen redenen om aan te nemen dat de ingebrachte eigenschappen ervoor zorgen dat deze gg-maïs zich in Nederland zou kunnen vestigen.
Gezien het bovenstaande, acht de COGEM de milieurisico’s bij import en verwerking van gg-maïs MON 95275 verwaarloosbaar klein.
Omdat een voedselveiligheidsbeoordeling door andere instanties wordt uitgevoerd, heeft de COGEM bij deze vergunningaanvraag de risico’s van incidentele consumptie niet beoordeeld.

Download publicatie