Inschaling gg-lentivirus en gg-AAV coderend voor botuline of tetanus toxine
De COGEM is gevraagd te adviseren over de inschaling van werkzaamheden met genetisch gemodificeerde (gg-) lentivirussen en gg-adeno-associated virussen (gg-AAVs) die de coderende sequentie bevatten voor de lichte eiwitketen van het botuline neurotoxine type A, C of E of van het tetanus neurotoxine. De aanvrager wil met deze gg-virussen de signaaloverdracht tussen hersencellen van zoogdieren onderzoeken.
De botuline en tetanus neurotoxinen bestaan normaliter uit een zware en een lichte keten. De combinatie van deze twee ketens maakt deze neurotoxinen zeer toxisch, doordat de overdracht van zenuwpulsen tussen dierlijke cellen wordt geblokkeerd. De lichte keten alleen kan de cellen niet binnendringen en dit toxische effect sorteren.
Door de infectie van cellen met gg-lentivirus of gg-AAV wordt de lichte keten intracellulair tot expressie gebracht. Dit zal leiden tot een toxisch effect in de geïnfecteerde cellen. Het is daarom van belang dat de gg-virussen zich niet in het milieu kunnen verspreiden. Beide gg-virussen zijn volgens de COGEM zo aangepast dat ze zich niet zelfstandig kunnen repliceren. Bovendien acht zij de kans verwaarloosbaar klein dat er tijdens de experimenten een virus kan ontstaan dat de lichte keten van het botuline bevat en in staat is te repliceren. De COGEM is daarom van mening dat laboratoriumhandelingen met zowel de gg-lentivirussen als de gg-AAVs kunnen plaatsvinden op ML-II inperkingsniveau. Om eventuele risico’s, zoals infectie van de medewerker met beschreven gg-virussen verder te minimaliseren, dienen aanvullende voorschriften, zoals beschreven in het advies, in acht genomen te worden.