Publicaties

Import van genetisch gemodificeerde sojalijn DAS-68416-4 met twee herbicidentolerantie kenmerken

Adviezen | 14.11.2011 | CGM/111114-02

De COGEM is gevraagd te adviseren over de milieurisicoaspecten van de toelating van sojalijn DAS-68416-4 voor import en verwerking. In deze lijn wordt het aad-12 gen afkomstig van de bacterie Delftia acidovorans en het pat gen afkomstig van Streptomyces viridochromogenes tot expressie gebracht wat tolerantie geeft tegen bepaalde herbiciden.
Het Nederlandse klimaat is niet optimaal voor sojateelt. Tijdens de zomer zijn de dagen lang, terwijl soja een korte dagplant is die korte dagen nodig heeft voor bloei en ontwikkeling. Om die reden wordt soja op dit moment niet geteeld in Nederland. Er zijn echter initiatieven voor de ontwikkeling van extreem vroeg bloeiende sojarassen die kunnen groeien in het gematigde Nederlandse klimaat.
Soja beschikt niet over eigenschappen die nodig zijn voor verwildering. Daarnaast worden opslagplanten wereldwijd zelden waargenomen. Er zijn geen redenen om aan te nemen dat de geïntroduceerde eigenschappen in DAS-68416-4 het verwilderingspotentieel vergroten. Daarnaast zijn er in Europa geen wilde verwanten van soja aanwezig, waardoor uitkruising niet mogelijk is. De COGEM acht daarom de kans dat incidenteel morsen in Nederland tot verspreiding van DAS-68416-4 leidt, verwaarloosbaar klein. Daarnaast is de COGEM van mening dat de moleculaire karakterisering adequaat is uitgevoerd. Hoewel de COGEM het door de aanvrager opgestelde ‘general surveillance’ plan onderschrijft, ziet zij een enkel punt voor verbetering.
Op basis van de overwegingen in dit advies acht de COGEM de risico’s van import en verwerking van sojalijn DAS-68416-4 verwaarloosbaar klein. Omdat andere instanties een voedselveiligheidsbeoordeling uitvoeren, heeft de COGEM bij deze vergunningaanvraag de risico’s van incidentele consumptie niet beoordeeld.
 

Download publicatie