Publicaties

Handelingen met een laag pathogene H5N1 influenza stam en serologisch onderzoek

Adviezen | 24.07.2006 | 060724-04

De COGEM is verzocht te adviseren over handelingen met een recombinant influenza A virus. Het virus is gebaseerd op de niet-virulente verzwakte vaccinstam A/Puerto Rico/8/34 (H1N1). Aan deze stam zijn de genoomsegmenten H5 en N1, afkomstig van een hoog pathogene influenza stam, toegevoegd. Met dit recombinante H5N1 virus (rec-H5N1) wil de aanvrager bepalen of mensen na blootstelling aan wildtype H5N1 antistoffen hebben gevormd in hun serum. De aanvrager wil de experimenten uitvoeren op inperkingsniveau ML-II.
Rec-H5N1 is verminderd virulent, omdat onder andere de basische klievingplaats van H5 afwezig is en de basis van het virus een verzwakte vaccinstam vormt.
Risico’s met deze laagpathogene stam zouden kunnen ontstaan wanneer wildtype H5N1 virus (wt-H5N1) aanwezig is in het patiëntenserum. Mogelijk zou na samenvoegen van het serum en rec-H5N1, in aanwezigheid van cellen waarin de virussen zich kunnen repliceren, recombinatie tussen de virussen kunnen optreden. Dit zou theoretisch tot nieuwe virussen kunnen leiden. De COGEM acht de kans op recombinatie bij de beoogde werkzaamheden echter verwaarloosbaar klein. De kans dat wt-H5N1 aanwezig is in patiëntenserum is namelijk verwaarloosbaar klein, mede doordat eventueel aanwezig wt-H5N1 in het serum volledig geïnactiveerd wordt door een hitte-behandeling.
Gezien dit alles, kunnen de werkzaamheden met influenzavirussen volgens de COGEM op ML-II inperkingsniveau uitgevoerd worden. Wel dienen aanvullende maatregelen in acht genomen te worden, waaronder het uitvoeren van open handelingen in een veiligheidskabinet.

Download publicatie