Rode draden in de ggo-vergunningverlening: De positie van genetische modificatie in een IenM-breed afwegingskader veiligheid
Het ministerie van IenM streeft ernaar een integraal afwegingskader te ontwikkelen voor de verschillende risico- en veiligheidsbeleidsterreinen. Als onderdeel van dit traject werd in 2014 de beleidsnota ‘Bewust omgaan met veiligheid: rode draden’ uitgebracht. Genetisch gemodificeerde organismen (ggo’s) zijn onderdeel van het veiligheidsdomein milieubeleid van IenM. De COGEM heeft onderzocht hoe het uitvoeringsbeleid rondom de ggo-vergunningverlening zich verhoudt tot de tien uitgangspunten in de nota.
De COGEM signaleert dat de ggo-vergunningverlening op een aantal punten goed of gedeeltelijk aansluit op de uitgangspunten voor bewust omgaan met veiligheid (transparantie, verantwoordelijkheid, voorzorg en toekomstbestendigheid). Op een aantal andere punten is dat echter niet het geval, zowel in beleidsvorming als (logischerwijs) in de beleidsuitvoering. Het gaat om de uitgangspunten afweging, security & safety en het verbinden van innovatie en veiligheid.
In het ggo-uitvoeringsbeleid is nauwelijks ruimte voor een politieke afweging van kosten en baten, omdat ggo’s alleen toegestaan worden als de risico’s verwaarloosbaar klein zijn. Hierdoor worden maatschappelijke kansen mogelijk niet benut en innovatie geremd.
Het ggo-uitvoeringsbeleid heeft daarnaast beperkte aansluiting op de uitgangspunten transparantie en betrokkenheid. De transparantie en inzichtelijkheid van sommige vergunningprocedures is beperkt voor derden (bijvoorbeeld bij ingeperkt gebruik en marktaanvragen voor gg-medicijnen). De mogelijkheden voor het betrekken van de burger bij het besluitvormingsproces over vergunningen worden in de praktijk beperkt door de eisen waaraan zienswijzen of bezwaarschriften moeten voldoen.