Molecular characterization of maize MON89034
In oktober 2007 heeft de COGEM een negatief advies uitgebracht over import en verwerking van genetisch gemodificeerde maïs MON89034. Alhoewel zij de kans zeer klein achtte dat import en verwerking van maïslijn MON89034 tot risico’s voor mens en milieu zou leiden, stelde zij dat de moleculaire karakterisering van de maïslijn onvolledig was. Ook wees de COGEM erop dat het monitoringsplan onvoldoende was uitgewerkt.
In 2008 heeft de European Food Safety Authority (EFSA) de aanvrager om aanvullende informatie gevraagd. De aanvrager heeft vervolgens een nieuw monitoringsplan aangeleverd. De COGEM acht dit monitoringsplan voldoende bij import en verwerking van deze maïslijn. De aanvullende informatie bevatte geen gegevens met betrekking tot de andere opmerkingen die de COGEM in haar advies had over de moleculaire karakterisering van MON89034. Echter, sinds 2008 onthoudt de COGEM zich van de beoordeling van de risico’s van incidentele consumptie en vraat wanneer er een voedselveiligheidsbeoordeling wordt uitgevoerd door andere instanties. Bovendien heeft de COGEM recent heroverwogen welke aspecten van de moleculaire karakterisering noodzakelijk zijn voor het beoordelen van milieurisico’s. De moleculaire karakterisering van MON89034 voldoet aan de criteria die de COGEM onlangs heeft opgesteld. Daarnaast neemt publiek verkregen informatie de eerdere vragen over Agrobacterium tumefaciens stam ABI weg.
Verwildering van maïsplanten is in Nederland nooit waargenomen. Daarnaast is opslag van maïsplanten in Nederland nagenoeg uitgesloten. Er zijn geen redenen om aan te nemen dat expressie van de geïnserteerde genen het verwilderingspotentieel van maïs vergroot. Bovendien zijn er in Europa geen wilde verwanten van maïs aanwezig waardoor uitkruising niet mogelijk is.
Gezien het bovenstaande acht de COGEM de milieurisico’s van import en verwerking van maïslijn MON89034 verwaarloosbaar klein.