Publicaties

Inschaling werkzaamheden met het genetisch gemodificeerde slibmos Physcomitrella patens

Adviezen | 03.07.2014 | CGM/140703-01

De COGEM is gevraagd te adviseren over werkzaamheden met genetisch gemodificeerde (gg-) slibmos Physcomitrella patens. P. patens zal gebruikt worden als modelorganisme bij cellulair onderzoek aan planten. In Nederland wordt P. patens van ongeveer mei tot november/december als pioniergemeenschap op droogvallende oevers rondom de grote rivieren aangetroffen.
Mossen kennen generatiewisseling (twee fasen) waarbij hun dominante fase de gametofytische fase is. Alleen tijdens hun tweede fase, de sporofytische fase, vindt sporenproductie plaats.
De COGEM adviseert open handelingen met gg- P. patens, waarbij geen sporen aanwezig zijn (gametofytische fase), onder ML-I inperkingsniveau uit te voeren. Dergelijke handelingen kunnen ook onder PL-inperkingsniveau plaatsvinden, maar alleen indien deze in een veiligheidskabinet worden uitgevoerd, zodanig dat uitsleep van vegetatieve delen wordt voorkomen. Zij adviseert daarbij aanvullende werkvoorschriften in acht te nemen.
Open handelingen waarbij gg- P. patens sporen vrij kunnen komen, adviseert de COGEM (zowel op ML-I als PL inperkingsniveau) in een veiligheidskabinet uit te voeren, zodanig dat uitsleep van de sporen wordt voorkomen. Op PL-inperkingsniveau moeten daarbij aanvullende werkvoorschriften in acht worden genomen.
Indien aan bovenstaande voorwaarden voldaan wordt, acht de COGEM bij de voorgenomen werkzaamheden met gg- P. patens de risico’s voor mens en milieu verwaarloosbaar klein.
 

Download publicatie