Inperkingsmaatregelen voor werkzaamheden met genetisch gemodificeerde Doorgroeide boerenkers (Noccaea perfoliata syn. Microthlaspi perfoliatum)
De COGEM is gevraagd om te adviseren over inperkingsmaatregelen voor werkzaamheden met genetisch gemodificeerde (gg-) Doorgroeide boerenkers (Noccaea perfoliata syn. Microthlaspi perfoliatum) in verband met de plaatsing van deze plantensoort op Bijlage 7 van de Regeling ggo.
Doorgroeide boerenkers komt in Zuid-Europa en West-Azië lokaal veelvuldig voor en wordt ook in Noord-Afrika en Noord-Amerika aangetroffen. In Nederland bevindt deze soort zich aan de noordgrens van zijn verspreidingsgebied. Het is hier een uiterst zeldzame soort, die slechts op enkele plaatsen wordt aangetroffen en op de Rode Lijst Vaatplanten staat.
Doorgroeide boerenkers is een éénjarige plant die in het voorjaar kleine witte bloemen vormt. De soort kan zichzelf bestuiven en door insecten bestoven worden. Windbestuiving is bij Doorgroeide boerenkers niet waargenomen.
Alles overwegende adviseert de COGEM om bij werkzaamheden met gg-Doorgroeide boerenkers maatregelen te nemen om insectenbestuiving te voorkomen. Wanneer insectenbestuiving wordt voorkomen, acht de COGEM de risico’s voor mens en milieu van werkzaamheden met gg-Doorgroeide boerenkers verwaarloosbaar klein.