Publicaties

Ingeperkt gebruik van herpesvirusvaccins in lama’s

Adviezen | 07.02.2012 | CGM/120207-02

De COGEM is verzocht te adviseren over een wijzigingsverzoek van een vergunning voor handelingen met lama’s die een mix van vectoren met verschillende virale antigenen krijgen geïnjecteerd. De aanvrager wil ook herpesvirussen inspuiten in de lama’s en deze werkzaamheden op DM-I en D-I inperkingsniveau uitvoeren.
De uitbreiding van de vergunning betreft het op de markt toegelaten genetisch gemodificeerde (gg-) herpesvirusvaccin Vaxxitek HVT + IBD en drie niet-gg-herpesvirusvaccinstammen. Daarnaast wordt een verzwakte gg-kanariepokkenvirusstam (ALVAC) met influenza antigenen toegediend aan de lama’s en zullen antigenen die in een plasmide zijn gekloneerd als DNA geïnjecteerd worden. De lama’s worden meerdere malen geïnjecteerd. In de laatste ronde worden de herpesvirusvaccinstammen en Vaxxitek toegediend samen met de ALVAC stam en een plasmide. De gelijktijdige injecties worden gescheiden over drie spierweefsels van de lama.
De toegepaste virale stammen zijn allen geattenueerd en kunnen niet repliceren in zoogdiercellen. De COGEM is van mening dat daardoor de kans op recombinatie tussen de virusstammen, de plasmiden en eventuele endogeen aanwezige virussen in de lama’s te verwaarlozen is. De COGEM ziet daarnaast geen redenen waarom de gebruikte inserts de virulentie of pathogeniteit van de virussen en vectoren zouden doen toenemen. De kans op, evenals het risico van, verspreiding van de virusstammen en gg-vectoren naar het milieu acht de COGEM verwaarloosbaar klein.
Op basis van bovenstaande overwegingen kan de COGEM instemmen met het verzoek van de aanvrager en acht zij de risico’s van de handelingen voor mens en milieu verwaarloosbaar klein.

Download publicatie