Publicaties

Import en verwerking van de genetisch gemodificeerde maïslijn Bt11xMIR162x1507xGA21

Adviezen | 16.08.2012 | CGM/120816-01

De COGEM is gevraagd te adviseren over de risico’s van import en verwerking van de genetisch gemodificeerde (gg-) maïslijn Bt11xMIR162x1507xGA21 voor het milieu. Deze maïslijn brengt de genen cry1Ab, cry1F, vip3Aa20, pat, mepsps en pmi tot expressie. Hierdoor is de maïslijn resistent voor bepaalde vlinderachtigen en tolerant voor glyfosaat en glufosinaat-ammonium bevattende herbiciden. Ook kan de plant overleven op een selectiemedium waar mannose als enige koolstofbron aanwezig is.
Maïslijn Bt11xMIR162x1507xGA21 is tot stand gekomen door vier gg-ouderlijnen op conventionele wijze met elkaar te kruisen. De COGEM heeft eerder positief geadviseerd over import en verwerking van de vier ouderlijnen en over kruisingen tussen enkele van de ouderlijnen.
Verwildering van maïsplanten is in Nederland nooit waargenomen. Daarnaast is opslag van maïsplanten in Nederland nagenoeg uitgesloten. Er zijn geen redenen om aan te nemen dat de ingebrachte eigenschappen het verwilderingspotentieel van maïs vergroten. Bovendien zijn er in Europa geen wilde verwanten van maïs aanwezig waardoor uitkruising niet mogelijk is.
Gezien het bovenstaande heeft de COGEM geen bezwaar tegen import en verwerking van maïslijn Bt11xMIR162x1507xGA21 en acht zij de risico’s voor het milieu verwaarloosbaar klein.

Download publicatie