Publicaties

Gentherapiestudie met retroviraal getransduceerde T-cellen ter behandeling van CLDN6-positieve maligniteiten

Adviezen | 16.06.2020 | CGM/200616-01

De COGEM is gevraagd te adviseren over een klinische studie met genetisch gemodificeerde (gg) lichaamseigen T-cellen voor de behandeling van kankerpatiënten. Het tumorweefsel wordt gekenmerkt door het oppervlakte-antigeen CLDN6. De gg-T-cellen zijn buiten het lichaam gemodificeerd en brengen een specifieke chimere antigeen receptor (CAR) gericht tegen CLDN6 tot expressie. Na de modificatie worden de CAR-T-cellen in de patiënt teruggebracht met als doel een effectieve afweerreactie tegen de tumor­en te bewerkstelligen.
Onlangs heeft de COGEM advies uitgebracht over een generieke milieurisicobeoordeling voor klinische studies met ex vivo genetisch gemodificeerde cellen. De nu te beoordelen studie met ex vivo retroviraal getransduceerde cellen lijkt niet te voldoen aan twee criteria die aan de generieke risicobeoordeling gesteld zijn (de aanwezigheid van vrije vector-deeltjes in het medisch product (de gg-cellen), en onzekerheid over het feit of sequenties in de vector de replicatiedeficiënte retrovirale vector kunnen complementeren). Hierdoor kan de generieke beoordeling niet worden toegepast.
De COGEM kan niet uitsluiten dat het medisch product vrije infectieuze vectordeeltjes bevat, maar zij acht de kans verwaarloosbaar klein dat derden hieraan worden blootgesteld. Onder het voorbehoud dat de aanvrager bevestigt dat de interne promoter in het vectorgenoom niet homoloog is aan een promoter van een in zoogdieren voorkomend (endogeen) retrovirus, acht de COGEM de risico’s voor mens en milieu bij de voorgenomen klinische studie met CLDN6-CART verwaarloosbaar klein.

Download publicatie