Publicaties

Metingen van lentiviraal getransduceerde zoogdiercellen onder een microscoop in een ruimte zonder inperking

Adviezen | 27.04.2005 | 050427-01

De COGEM is gevraagd te adviseren over werkzaamheden met zoogdiercellen waarin een genetisch gemodificeerd virus (lentivirale vector), met genen coderend voor fluorescerende eiwitten, is gebracht. Het doel van de werkzaamheden is om fluorescentiefoto’s te maken van levende getransduceerde cellen met behulp van een confocale-laserscan microscoop. De aanvrager is reeds in het bezit van een vergunning voor werkzaamheden met deze cellen in een ML-II laboratorium. De voorgenomen werkzaamheden met de microscoop kunnen om praktische redenen niet in dit laboratorium uitgevoerd worden. De aanvrager heeft daarom verzocht de werkzaamheden te mogen uitvoeren in een ruimte die niet gekwalificeerd is voor werkzaamheden met genetisch gemodificeerde organismen (buiten inperking). De geïnfecteerde zoogdiercellen worden onder inperking in het ML-II laboratorium één dag gekweekt, tweemaal gewassen met een zoutoplossing en éénmaal met een trypsine-oplossing. Gezien het feit dat de hoeveelheid virus elke tien uur halveert en de onzekerheid over de efficiëntie van de wasstap met trypsine, kan niet worden uitgesloten dat detecteerbare hoeveelheden gg-virussen aanwezig blijven. Hierdoor is de kans aanwezig dat eventueel aanwezige actieve virusdeeltjes vrij kunnen komen in het milieu. Derhalve is de COGEM, ook in dit specifieke geval, van mening dat de veiligheid voor mens en milieu, bij het uitvoeren van de experimenten buiten inperking, niet gewaarborgd is.

Download publicatie