Publicaties

Klinische studie met allogene en autologe ex vivo lentiviraal getransduceerde CAR T-cellen

Adviezen | 21.10.2024 | CGM/241021-01

De COGEM is gevraagd te adviseren over de milieurisico’s van een klinische studie met ex vivo (buiten het lichaam) genetisch gemodificeerde (gg-)T-cellen die zullen worden toegediend aan patiënten. De gg-T-cellen kunnen zowel autoloog (lichaamseigen) als allogeen (lichaamsvreemd) zijn. De aanvrager is voornemens om cellen ex vivo te transduceren, wat leidt tot gg-cellen met ‘chimere antigen receptoren’ (CAR) om zo bepaalde ziektes te behandelen. De lentivirale vectoren die gebruikt worden zijn 3e generatie zelf-inactiverende (‘self-inactivating’; SIN) vectoren gebaseerd op het lentivirus human immunodeficiency virus 1 (HIV-1).
De COGEM heeft in 2020 een advies uitgebracht met een generieke milieurisicobeoordeling voor klinische studies met cellen die ex vivo getransduceerd zijn met lenti- of retrovirale vectoren. De in de onderhavige studie gebruikte gg-T-cellen voldoen aan de criteria van deze generieke milieurisicobeoordeling, behalve dat de lentivirale vector een hybride promotor kan bevatten waarin een klein deel van het humaan T-lymfotroop virus type 1 (HTLV-1) aanwezig is.
Op basis van de aangeleverde informatie is de COGEM van oordeel dat de risico’s voor mens en milieu bij de voorgenomen klinische studie met gg-T-cellen, die gemaakt zijn met een lentivirale vector waarin een stukje HTLV-1 sequentie aanwezig is, verwaarloosbaar klein zijn.

Download publicatie