Publicaties

Import en verwerking van katoen GHB614xLLCotton25

Adviezen | 25.03.2011 | CGM/110325-01

De COGEM is gevraagd te adviseren over de import en verwerking van de genetisch gemodificeerde katoenlijn GHB614xLLCotton25. Deze katoenlijn is gemaakt door de ouderlijnen GHB614 en LLCotton25 met elkaar te kruisen. GHB614xLLCotton25 brengt de genen 2mepsps en bar tot expressie en is hierdoor tolerant voor glyfosaat en glufosinaatammonium bevattende herbiciden.
In Europa komen geen wilde verwanten van katoen voor. De katoenplant is sterk koudegevoelig en heeft hoge temperaturen nodig voor kieming en ontwikkeling. Voor de teelt van katoen is irrigatie of veel neerslag noodzakelijk. Katoen kan door de klimaatomstandigheden niet overleven in Noordwest-Europa. Er zijn geen redenen om aan te nemen dat de ingebrachte eigenschappen het verwilderingspotentieel vergroten. De COGEM acht daarom de kans dat incidenteel morsen van de katoenzaden leidt tot verspreiding of vestiging van de genetisch gemodificeerde katoenlijn GHB614xLLCotton25 in Noordwest-Europa verwaarloosbaar klein. De moleculaire karakterisering van GHB614xLLCotton25 voldoet aan de vereisten van de COGEM. Hoewel de COGEM het door de aanvrager opgestelde ‘general surveillance’ plan onderschrijft, ziet zij een enkel punt voor verbetering.
Omdat andere instanties een voedselveiligheidsbeoordeling uitvoeren heeft de COGEM bij deze vergunningaanvraag de risico’s van incidentele consumptie niet beoordeeld.
Concluderend heeft de COGEM in het licht van de door haar uitgevoerde risicobeoordeling geen bezwaar tegen import en verwerking van GHB614xLLCotton25 en acht zij de risico’s voor mens en milieu verwaarloosbaar klein.

Download publicatie