Aanpassing van advies over de indeling van veldwerkzaamheden met genetisch gemodificeerde planten
Voor de uitvoering van veldproeven met gg-planten in Nederland zijn criteria opgesteld. Deze zijn gebaseerd op het zogenaamde ‘stap-voor-stap’ principe. In Nederland worden drie categorieën van veldproeven onderscheiden. De eerste categorie betreft kleinschalige werkzaamheden met gg-planten die normaliter nog niet volledig gekarakteriseerd zijn. Er kunnen bij deze veldproeven inperkende maatregelen opgelegd worden en eventuele effecten moeten beperkt blijven tot het proefobject. De tweede categorie bestaat uit werkzaamheden met gg-planten waarvan meer gegevens bekend zijn en waar geen inperkende maatregelen nodig zijn omdat voldoende gegevens bekend zijn om de milieurisico’s op deze schaalgrootte in te kunnen schatten. De derde categorie omvat grootschalige niet-commerciële veldwerkzaamheden met gg- planten.
De COGEM heeft verschillende keren geadviseerd over de indeling van veldproeven met gg-planten. Eind 2005 heeft de COGEM over de bovengenoemde indeling van veldproeven in drie categorieën geadviseerd. In de praktijk blijkt dat dit advies op sommige plaatsen voor meerdere interpretaties vatbaar is. De COGEM heeft daarom besloten het advies te herzien en op enkele punten te verduidelijken. Met name is de definitie van het begrip ‘grote gevolgen’ verduidelijkt. Verder zijn de in het eerdere advies genoemde criteria waaraan veldproeven moeten voldoen op enkele plaatsen aangescherpt en nader toegelicht.