Veldproef met genetisch gemodificeerde appelbomen met een verhoogd anthocyaangehalte
De COGEM is gevraagd om te adviseren over de milieurisico’s van een categorie 2 veldproef met genetisch gemodificeerde (gg-) appelbomen (Malus pumila) met een verhoogd anthocyaan gehalte. Doordat deze gg-appelbomen meer anthocyaan produceren hebben de appels en bladeren een rode kleur.
De COGEM concludeert dat de vergunningaanvraag voldoet aan de vereisten van een categorie 2 veldproef. De sequenties waarmee de appelbomen genetisch zijn gemodificeerd, zijn afkomstig van het conventionele appelras ‘Red Field’. Eventuele veranderingen van de gg-appelbomen die door insertie van deze sequenties worden veroorzaakt, zullen naar verwachting overeenkomen met de conventionele ‘Red Field’ appelbomen.
De aanvrager neemt maatregelen om de verspreiding van gg-appels en gg-appelzaad te voorkomen. Bevruchting van andere (sier)appelbomen kan niet volledig uitgesloten worden.
Vruchtvlees van appels bestaat uit weefsel van de moederplant. Wanneer na bevruchting met gg-pollen een appel wordt gevormd, zal het vruchtvlees dus geen genetisch materiaal van de gg-appelbomen bevatten. Wel zou eventueel gg-appelzaad kunnen ontstaan. Er bestaat een kleine kans dat dit zaad tot een verwilderde appelboom uitgroeit. Eventueel gevormd gg-zaad zal niet gebruikt worden voor het opkweken van nieuwe appelbomen, omdat de appelbomen in boomgaarden afkomstig zijn van boomkwekerijen en het resultaat zijn van vegetatieve vermeerdering.
Op basis van de aangeleverde gegevens kan niet uitgesloten worden dat de gg-appelbomen ook zogenaamde vector backbone sequenties bevatten. De COGEM is van mening dat de eventuele aanwezigheid van deze sequenties geen milieurisico met zich mee zal brengen.
Vanwege bovenstaande overwegingen is de COGEM van mening dat de risico’s voor mens en milieu van deze categorie 2 veldproef met gg-appelbomen verwaarloosbaar klein zijn.