Veldproef met herbicidentolerante NK603 maïs
De COGEM is gevraagd te adviseren over een kleinschalige veldproef (klasse I) met genetisch gemodificeerde maïs (maïslijn NK603). Door de genetische modificatie is de maïs tolerant geworden voor herbiciden met als werkzame stof glyfosaat. In eerdere stadia heeft de COGEM reeds positief geadviseerd over teelt, import en verwerking van NK603 maïs.
Maïs is vorstgevoelig en zal de Nederlandse winter gewoonlijk niet overleven. Hiernaast is opslag van maïs in Nederland niet van landbouwkundige betekenis. De ingebrachte genen bieden buiten het proefobject geen selectief voordeel en er zijn geen redenen op aan te nemen dat de modificatie zal leiden tot verwildering. Bovendien zijn er geen aanwijzingen dat de ingebrachte genen coderen voor humane toxische of allergene eiwitten. De genetisch gemodificeerde maïslijn kan in Nederland niet uitkruisen naar andere wilde verwanten. De maïsplant kan wel uitkruisen naar andere cultuurrassen. Indien uitkruising optreedt, is de COGEM van mening dat de kans op schadelijke effecten, gezien het bovenstaande verwaarloosbaar klein is. Hiernaast is de mate van uitkruising geminimaliseerd door de in acht genomen isolatieafstand van 250 meter en het planten van vier randrijen niet gg-maïs. Met de inachtneming van een isolatieafstand van 250 meter zal eventuele uitkruising en daarmee vermenging niet leiden tot handelsbelemmeringen.
Dit alles overwegende heeft de COGEM tegen de in de aanvraag beschreven werkzaamheden, onder de voorgestelde voorwaarden, geen bezwaar en acht zij de risico’s van deze veldproef voor mens en milieu verwaarloosbaar klein.