Veldproef met genetisch gemodificeerde aardappelplanten met een verlaagd amylosegehalte
De COGEM is verzocht te adviseren over de milieurisico’s van kleinschalige (klasse 3) veldproeven met genetisch gemodificeerde aardappelen (Solanum tuberosum) met een verlaagd amylosegehalte. De veldproeven maken deel uit van de aanvraagprocedure voor rassenregistratie en rassenbescherming van ‘aardappel event’ EH92-527-1.De COGEM is van mening dat aan alle criteria die gesteld worden aan een klasse 3 experiment wordt voldaan. Hiernaast kan de genetisch gemodificeerde aardappel niet uitkruisen naar wilde verwanten. De aardappel kan wel uitkruisen naar andere cultuur-rassen, maar hierbij dient te worden opgemerkt dat aardappelen in Nederland vegetatief worden vermeerderd. De knollen zijn vorstgevoelig en zullen de Nederlandse winter gewoonlijk niet overleven. In de noodzaak om eventuele aardappelopslag te verwijderen wordt in het kader van de verplichte bestrijding van Phytophtera infestans voorzien.Uit experimenten is gebleken dat een verlaagd amylosegehalte geen effect heeft op de vorstgevoeligheid van aardappelen.De COGEM heeft derhalve tegen de in de aanvraag beschreven werkzaamheden, onder de voorgestelde voorwaarden, geen bezwaar en acht de risico’s voor mens en milieu verwaarloosbaar klein.