Inschaling werkzaamheden met een Venezuelan equine encephalitis virus (VEEV)-replicon met geïnactiveerd HIV Envelop als transgen
De COGEM is gevraagd te adviseren over de inschaling van werkzaamheden met replicons afgeleid van het Venezuelan equine encephalitis virus (VEEV) waarin een aangepast Human immunodeficiency virus 1 (HIV-) env-gen als transgen wordt gebruikt. Door de aanpassingen is het HIV env-transgen inactief. De aanvrager verzoekt de werkzaamheden uit te mogen voeren op inperkingsniveau I. Omdat een deel van de experimenten niet omschreven wordt, adviseert de COGEM enkel over de experimenten waarvan een beschrijving is aangeleverd.
De aanvrager beschrijft de verschillende aanpassingen (mutaties, deleties, inserties) die in functionele domeinen gemaakt zijn om het HIV-Env te inactiveren, en onderbouwt de inactivatie met literatuurgegevens. De COGEM is van oordeel dat deze combinatie van mutaties leidt tot een niet-functioneel Env-eiwit.
De COGEM is eveneens van oordeel dat de milieurisico’s van eventueel, door de aanwezigheid van een retroviraal envelopeiwit, gevormde ‘virus like vesicles’ (VLV’s) verwaarloosbaar klein zijn.
Concluderend is zij van oordeel dat de in vitro werkzaamheden op ML-I plaats kunnen vinden, onder de voorwaarde dat het gastheermateriaal geen verwante alfavirussen bevat en geen cellen van paarden of paardachtigen gebruikt worden. Op dit inperkingsniveau zijn de risico’s voor mens en milieu verwaarloosbaar klein.