Inschaling van werkzaamheden met chimere Binjari en Palm Creek virussen (gg-BinJV en gg-PCV) en VEEV replicondeeltjes in muggen
De COGEM is gevraagd te adviseren over de inschaling van handelingen met genetische gemodificeerde (chimere) flavivirussen en alfavirus-replicondeeltjes in combinatie met muggen. Hiervoor zijn het Binjari virus (BinJV) en het Palm Creek virus (PCV) gemodificeerd zodat zij de structurele genen (prME) bevatten van het Zika virus (ZIKV) of het West Nile virus (WNV). De replicondeeltjes zijn afgeleid van de Venezuelan equine encephalitis virus stam TC-83 (VEEV TC-83). De aanvrager is voornemens muggen te infecteren met deze chimere virussen en VEEV TC-83 replicondeeltjes op ML-II in een muggendichte tent met sluis. Hierbij zullen een aantal aanvullende maatregelen genomen worden om ontsnapping van muggen te voorkomen.
BinJV en PCV zijn zogenaamde insect-specifieke flavivirussen (ISFs). Deze virussen infecteren alleen insecten en zijn niet in staat om in zoogdiercellen te repliceren. De VEEV TC-83 stam betreft een levend verzwakt VEEV-vaccin dat minder pathogeen is dan het wildtype VEEV.
De COGEM is van oordeel dat de voorgestelde werkwijze in combinatie met de aanvullende voorschriften voldoende inperking bieden om ontsnapping van muggen buiten het lab te voorkomen. De COGEM is van oordeel dat het risico van de werkzaamheden met gg-BinJV, gg-PCV en VEEV TC-83 replicondeeltjes in combinatie met muggen voor mens en milieu verwaarloosbaar klein zijn.