Pathogeniteitsclassificatie van het Binjari virus en inschaling van werkzaamheden met (chimere) flavivirussen
De COGEM is gevraagd te adviseren over de wijziging van een vergunning voor werkzaamheden met genetische gemodificeerde (chimere) flavivirussen. De COGEM is gevraagd om het Binjari virus (BinJV) te classificeren en te adviseren over het inperkingsniveau waarop werkzaamheden met chimere virussen, waarbij structurele genen uitgewisseld worden tussen enerzijds Zika virus (ZIKV) of West Nile virus (WNV) en anderzijds BinJV of Palm Creek Virus (PCV), verricht kunnen worden.
BinJV behoort, net zoals PCV, tot de zogenaamde insect-specifieke flavivirussen (ISFs). Deze virussen infecteren alleen insecten en zijn niet in staat in zoogdiercellen te repliceren. De COGEM adviseert om BinJV als strikt dierpathogeen in pathogeniteitsklasse 2 in te delen en op te nemen op Bijlage 4 van de Regeling ggo.
ZIKV en WNV kunnen mensen infecteren en ernstige ziekte veroorzaken. De COGEM adviseert om werkzaamheden waarbij in gg-ZIKV (als ‘backbone’) de structurele genen (prME) vervangen zijn door die van BinJV en PCV, op ML-III uit te voeren onder in achtneming van de door de aanvrager voorgestelde aanvullende maatregelen. De COGEM adviseert om werkzaamheden met gg-PCV of gg-BinJV (als ‘backbone’) waarin de structurele genen vervangen zijn door die van ZIKV of WNV, op ML-II uit te voeren met inachtneming van enkele aanvullende maatregelen.
De COGEM is van oordeel dat bij uitvoering van de voorgenomen werkzaamheden op de betreffende inperkingsniveau’s, met inbegrip van de aanvullende voorschriften, de risico’s voor mens en milieu verwaarloosbaar klein zijn.