Publicaties

Inschaling van werkzaamheden met het Blauwtongvirus

Adviezen | 26.11.2008 | 081126-01

De COGEM is gevraagd te adviseren over werkzaamheden met genetisch gemodificeerd Blauwtongvirus (BTV). De aanvrager is voornemens om een levend vaccin tegen BTV serotype 8 te ontwikkelen. Tevens wil hij het virus zodanig wijzigen dat het niet meer van dier tot dier kan worden overgedragen via zijn gebruikelijke vector, de knut (Culicoides sp.). De aanvrager verzoekt om laboratoriumwerkzaamheden en dierexperimenteel onderzoek uit te voeren op inperkingsniveau ML-III, dan wel DM-III, binnen de zogenaamde High Containment Unit (HCU).
BTV is een dierpathogeen; de wetenschappelijke literatuur maakt geen melding van infecties bij de mens. De COGEM is van mening dat de voorgenomen genetische modificatie van BTV niet zal leiden tot een grotere pathogeniteit en gastheerbereik.

De inrichting van laboratoria en dierverblijven moet voldoen aan een aantal voorschriften welke beschreven zijn in de Regeling GGO. De ML-III ruimte van de HCU wijkt hiervan op enkele punten af. Zo is er bijvoorbeeld geen sluis bij de ingang van de ruimte, maar bevindt deze zich op de overgang tussen het gehele onderdrukgebied van de HCU (waar zich meerdere laboratoria bevinden) en de buitenwereld. Dit kan potentieel leiden tot besmetting van andere medewerkers in de HCU. Omdat in de HCU alleen gewerkt wordt met dierpathogenen, is de bescherming van medewerkers in dit geval echter niet in het geding. De COGEM is van mening dat de inrichting van de ruimte voldoende bescherming biedt tegen verspreiding van het gg-virus in het milieu.

Gezien het bovenstaande, is de COGEM van mening dat de werkzaamheden met gg-BTV, zoals voorgesteld door de aanvrager, kunnen plaatsvinden in de HCU op niveau ML-III en DM-III zonder risico’s voor mens en milieu.

Download publicatie