Publicaties

Import and processing of genetically modified maize MIR162

Adviezen | 19.10.2010 | 101019-04

De COGEM is gevraagd om te adviseren over de mogelijke milieurisico’s van import en verwerking van de genetisch gemodificeerde maïslijn MIR162. Deze maïslijn brengt de genen vip3Aa20 en pmi tot expressie. Als gevolg hiervan is MIR162 resistent voor bepaalde insecten uit de orde van de Lepidoptera en in staat om mannose als koolstofbron te gebruiken.
De COGEM heeft eerder positief geadviseerd over de kruisingslijnen Bt11xMIR162xGA21 en Bt11xMIR162xMIR604xGA21. MIR162 is een ouderlijn van deze kruisinglijnen en is in deze adviezen ook geëvalueerd. De moleculaire karakterisering van MIR162 voldoet aan de criteria van de COGEM.
Verwildering van maïsplanten is in Nederland nooit waargenomen. Daarnaast is opslag van maïsplanten in Nederland nagenoeg uitgesloten. Er zijn geen redenen om aan te nemen dat de transgene eiwitten het verwilderingspotentieel van Maïs vergroten. Bovendien zijn er in Europa geen wilde verwanten van Maïs aanwezig waardoor uitkruising niet mogelijk is. Daarom acht de COGEM de kans dat incidenteel morsen tot verspreiding van deze maïslijn leidt verwaarloosbaar klein.
Omdat andere instanties een voedselveiligheidsbeoordeling uitvoeren heeft de COGEM bij deze vergunningaanvraag de risico’s van incidentele consumptie niet beoordeeld.
Concluderend heeft de COGEM in het licht van de door haar uitgevoerde risicobeoordeling geen bezwaar tegen import en verwerking van maïslijn MIR162 en acht zij de risico’s voor mens en milieu verwaarloosbaar klein.

Download publicatie