Baseline genoomvariatie van planten
Bij marktaanvragen van genetisch gemodificeerde (gg-)gewassen moeten diverse studies aangeleverd worden om te kunnen beoordelen of er milieurisico’s te verwachten zijn. Een deel van deze studies betreft de moleculaire karakterisering van het gg-gewas. Hiermee wordt onder meer in kaart gebracht of de beoogde genen daadwerkelijk zijn ingebracht, er nog andere DNA-sequenties onbedoeld zijn ingebouwd en er mogelijk endogene plantengenen zijn verstoord.
De laatste jaren is het met behulp van ‘Next-Generation Sequencing’ (NGS) steeds eenvoudiger en goedkoper geworden om het genoom snel in kaart te brengen. Dit heeft tot gevolg dat sommige aanvragers ervoor kiezen om een gg-gewas met behulp van NGS moleculair te karakteriseren in plaats van met de klassieke karakteriseringtechnieken. De COGEM heeft laten onderzoeken of deze verandering gevolgen heeft voor de milieurisicobeoordeling van gg-gewassen.
Op basis van de bevindingen uit het rapport concludeert de COGEM dat NGS waardevol is voor de moleculaire karakterisering van een gg-gewas. Naar verwachting zal de komende jaren de techniek steeds vaker hiervoor gebruikt gaan worden. Het is daarbij van belang dat de aanvrager inzicht geeft in de gebruikte methodiek en bioïnformatische analyses, zodat derden kunnen nagaan of deze voldoen aan de wetenschappelijke standaarden.
Uit efficiëntie-overwegingen adviseert de COGEM om deze analyses voorafgaand aan het beoordelingsproces steekproefsgewijs door een Europese instantie te laten controleren. De resultaten van deze analyses kunnen vervolgens door de EU lidstaten bij de door hen uitgevoerde milieurisicobeoordelingen worden gebruikt.
Het COGEM onderzoeksrapport kunt u vinden onder de ‘download publicatie’ knop. Naar aanleiding van de onderzoeksresultaten ies een COGEM signalering opgesteld. Ga naar de COGEM signalering.