Publicaties

Afdoding van genetisch gemodificeerde insecten

Adviezen | 15.02.2005 | 050215-04

In het verleden heeft de COGEM verscheidene malen geadviseerd over de afdoding, via sterilisatie en/of bevriezing, van genetisch gemodificeerde Drosophila melanogaster op werkkleding, besmette materialen en afval. In de praktijk blijkt echter verwarring te kunnen ontstaan over de correcte procedures voor afdoding. De COGEM verduidelijkt en actualiseert met dit advies de voorschriften die gehanteerd dienen te worden. De COGEM is van mening dat sterilisatie door autoclaveren overbodig is wanneer het bekend is dat bevriezing effectief is voor het afdoden van insecten. D. melanogaster blijkt slechts in beperkte mate bestand te zijn tegen lage temperaturen. De COGEM adviseert daarom deze insecten op werkkleding en materialen te doden door middel van bevriezing gedurende 10 uur bij -20ºC. Additionele sterilisatie is in dit geval overbodig. Voor handelingen met andere genetisch gemodificeerde insectensoorten is de COGEM van mening dat bevriezing van kleding en materialen, ter immobilisatie van insecten voorafgaand aan verplaatsing van het D-I verblijf naar de autoclaaf, gevolgd moet worden door sterilisatie tot dat per insectensoort experimenteel bewezen is dat bevriezing alleen een effectieve afdodingsmethode is. Door het uitvoeren van de aanvullende voorschriften is de veiligheid van mens en milieu gewaarborgd.

Download publicatie