Genetisch gemodificeerde landbouwinsecten
De COGEM is gevraagd om te adviseren over het ingeperkt gebruik van bepaalde transgene landbouwinsecten. Werkzaamheden met transgene insecten dienen plaats te vinden onder condities die beschreven zijn in de beschrijving van een D-I verblijf voor vliegende insecten.
De aanvrager beschikt niet over een dergelijk verblijf. De COGEM is van mening dat werkzaamheden met deze transgene landbouwinsecten ook in een PC-II kweekcel uitgevoerd kunnen worden, wanneer hierbij een aantal aanvullende inrichtingsvoorschriften en werkvoorschriften in acht worden genomen. Daarnaast moet worden voorkomen dat transgene insecten tijdens werkzaamheden ontsnappen. De aanvrager is voornemens om de insecten te immobiliseren d.m.v. koeling.
De COGEM is van mening dat de aanvrager voor elke afzonderlijke insectensoort experimentele gegevens moet overleggen waaruit blijkt dat met het voorgestelde koelingsprotocol de insecten voldoende worden verdoofd, zodat met de verdoofde insecten handelingen buiten de kooi veilig kunnen worden uitgevoerd.
Concluderend is de COGEM van mening dat wanneer de experimentele gegevens voldoende worden geacht en wanneer de aanvullende voorschriften in acht worden genomen, de werkzaamheden met de betreffende transgene insecten kunnen worden gestart.