Publicaties

Advies Introductie van genen uit verschillende Mycobacterium-soorten in Mycobacterium bovis BCG, Mycobacterium marinum en Mycolicibacterium smegmatis

Adviezen | 20.02.2025 | CGM/250220-01

De COGEM is gevraagd te adviseren over de inschaling van werkzaamheden waarbij genen uit verschillende Mycobacterium-soorten geïntroduceerd worden in andere mycobacteriën; Mycobacterium bovis BCG, Mycobacterium marinum of Mycolicibacterium smegmatis. Het onderzoek heeft als doel de functie van de genen te onder­zoeken in een veiliger organisme. De gemaakte gg-bacteriën worden gebruikt om cellen en vissen te infecteren. De aanvrager verzoekt de werkzaamheden uit te voeren op ML-II en DM-II met enkele aanvullende voorschriften. De COGEM is gevraagd of zij hiermee kan instemmen.
De geïntroduceerde genen verschillen per gastheer. In M. bovis BCG en M. marinum worden uitsluitend ‘orthologe’ genen toegevoegd; d.w.z. dat het geproduceerde eiwit in de gastheer en in het donororganisme een aminozuursequentieovereenkomst (homologie) van >65% over het gehele eiwit heeft. Bij een lagere ­homologie wordt een beslisboom gehanteerd om te bepalen of een gedeelte van de sequentie geïntroduceerd kan worden. In M. smegmatis worden ook niet-orthologe genen geïntroduceerd. Toxinegenen zijn in de aanvraag uitgesloten, maar introductie van virulentiegenen is wel toegestaan. De COGEM stemt in met het verzoek tot inschaling, mits aan enkele aanvullende voorwaarden wordt voldaan, zoals het introduceren van maximaal één (ortholoog) (virulentie)gen of in een operon gelegen (orthologe) (virulentie)genen. Op deze inperkingsniveaus en met inachtneming van de aan­vullende voorschriften en in het advies genoemde voorwaarden, is de COGEM van oordeel dat de risico’s voor mens en milieu verwaarloosbaar klein zijn.

Download publicatie