Klinische studie met AAV-vector met CRISPR-associated protein (Cas)9 ter behandeling van patiënten met Leber congenitale amaurosis type 10 (LCA10)
De COGEM is gevraagd te adviseren over een vergunningaanvraag voor een klinische studie met een vector afgeleid van het Adeno-associated virus (AAV). De AAV-vector wordt toegediend aan patiënten met een specifieke vorm van netvliesdegeneratie en verlies van het gezichtsvermogen (Leber congenitale amaurosis type 10). In deze vector zijn CRISPR/Cas9 sequenties opgenomen, waarmee een defect in het gen, CEP290, dat verantwoordelijk is voor de netvliesdegeneratie gerepareerd kan worden. In deze klinische studie zal de effectiviteit en veiligheid van deze therapie in volwassen en pediatrische patiënten onderzocht worden.
De COGEM heeft eerder een generieke milieurisicobeoordeling voor klinische toepassingen met AAV-vectoren opgesteld en geoordeeld dat de risico’s voor mens en milieu bij klinische studies met deze vectoren verwaarloosbaar klein zijn, mits aan een aantal randvoorwaarden wordt voldaan. Anders dan bij eerdere studies met AAV-vectoren, wordt in de onderhavige klinische studie voor het eerst gebruik gemaakt van een AAV-vector die sequenties bevat voor CRISPR/Cas9. Het CRISPR/Cas9 systeem zal alleen werkzaam zijn in netvliescellen en is specifiek gericht op de reparatie van het defecte CEP290-gen. De kans dat derden aan de vector blootgesteld worden, acht de COGEM zeer klein. In het geval derden worden blootgesteld, worden hiervan geen schadelijke effecten verwacht. Alles in ogenschouw nemende is de COGEM van oordeel dat risico’s van de toepassing van EDIT-101 voor mens en milieu verwaarloosbaar klein zijn.