Publicaties

Inschaling van onderzoek naar Ebolavirus en Marburgvirus infecties met genetisch gemodificeerd VSIV

Adviezen | 17.04.2012 | CGM/120417-02

De COGEM is verzocht te adviseren over de inschaling van werkzaamheden met genetisch gemodificeerde (gg-) Vesicular stomatitis Indiana virussen (gg-VSIVs) die in plaats van het VSIV manteleiwit, het manteleiwit van het Ebolavirus of het Marburgvirus bevatten. De aanvrager wil de gg-VSIVs gebruiken om de factoren die een rol spelen bij een infectie met het Ebolavirus of Marburgvirus te bestuderen.
VSIV is een belangrijk dierpathogeen dat grote schade kan toebrengen aan dierpopulaties, waaronder koeien, paarden en varkens. Op basis van de huidige wetenschappelijke kennis beschouwt de COGEM het VSIV als een klasse 3 dierpathogeen.
Gebaseerd op verschillende wetenschappelijke publicaties is de aanvrager van mening dat de gg-VSIVs verzwakt zijn ten opzichte van het oudervirus en geen ziekte veroorzaken in mensen en dieren. De COGEM merkt op dat in slechts één van deze studies een vergelijking wordt gemaakt tussen de pathogeniteit van het gg-VSIV en het wild-type VSIV. Hieruit kan de COGEM afleiden dat het gg-VSIV in muizen waarschijnlijk geattenueerd is ten opzichte van het uitgangsvirus. De overige studies suggereren slechts dat het gg-VSIV beperkt pathogeen is onder de geteste omstandigheden, maar leveren door gebrek aan juiste controles in de ogen van de COGEM geen bewijs, dat het gg-VSIV verzwakt is ten opzichte van het wildtype VSIV. Op basis van een casestudie met één persoon kan de COGEM niet concluderen dat het gg-VSIV apathogeen is in mensen. Bovendien ontbreken gegevens over de pathogeniteit van de gg-VSIV’s in de natuurlijke gastheer van VSIV.
Door genoemde vervanging van het VSIV manteleiwit acht de COGEM het waarschijnlijk dat het gastheerbereik van de gg-VSIVs beperkt is. Er zijn echter geen gegevens gepubliceerd over de infectiviteit van of verspreiding onder dieren, die onderbouwen dat het gg-VSIV als verzwakt aangemerkt kan worden.
Op basis van het bovenstaande acht de COGEM de basis te smal om het gg-VSIV in pathogenteitsklasse 2 in te delen en adviseert zij de werkzaamheden met betreffende gg-VSIVs op ML-III inperkingsniveau in te schalen. Op dit inperkingsniveau acht de COGEM de risico’s van de voorgenomen werkzaamheden voor mens en milieu verwaarloosbaar klein.

Download publicatie