Import of genetically modified carnation ‘Moonaqua’
De COGEM is gevraagd te adviseren over de toelating van import, distributie en
verkoop van snijbloemen van een genetisch gemodificeerde anjervariëteit in Europa.
Anjers kunnen van nature geen blauw/paarse bloemen vormen. Door in een witte
anjervariëteit twee genen in te bouwen uit petunia en viooltje vormt de anjer
lichtpaarse bloemen. De productie van deze bloemen vindt plaats in Zuid-Amerika.
Sinds 1997 heeft de aanvrager al een vergunning om een andere vergelijkbare blauwe
anjer te verbouwen en te verkopen in Europa.
Anjer is niet in staat tot verwildering en heeft geen kruisbare verwanten. De
ingebrachte genen leiden niet tot verandering van de biologische eigenschappen van
de plant. Verspreiding van genen of de gg-anjer in de natuur is derhalve uitgesloten.
De gg-anjer heeft een geschiedenis van veilig gebruik in andere werelddelen.
Bloemblaadjes van de anjer worden soms gebruikt als garnering. De COGEM is van
mening dat de mogelijke risico’s van incidentele consumptie voor de menselijke
gezondheid verwaarloosbaar klein zijn.
De COGEM acht derhalve de risico’s voor mens en milieu bij import van
snijbloemen van de genetisch gemodificeerde lichtpaarse anjer verwaarloosbaar klein.