Publicaties

Import en verwerking van de gg-koolzaadlijn MS11

Adviezen | 19.05.2017 | CGM/170519-01

De COGEM is gevraagd te adviseren over de mogelijke milieurisico’s van import en verwerking van de genetisch gemodificeerde (gg-) koolzaadlijn MS11.
MS11 is een mannelijk steriele lijn. Door het inbrengen van het barnase gen wordt de vorming van pollen voorkomen. MS11 bevat ook het barstar gen, dit vergroot volgens de aanvrager de transformatiefrequentie. Ook bevat de koolzaadlijn MS11 het bar gen, dit maakt de koolzaadlijn tolerant voor glufosinaat-ammonium bevattende herbiciden.
De moleculaire karakterisering van MS11 voldoet aan de eisen van de COGEM. Er zijn geen redenen om aan te nemen dat de geïntroduceerde eigenschappen het verwilderingspotentieel van de gg-koolzaadlijn vergroot, behalve op locaties waar glufosinaat-ammonium wordt gebruikt.
De COGEM is van oordeel dat bij de importvergunning van gg-koolzaad verplicht gemonitord moet worden op locaties waar de kans het grootst is om wilde gg-koolzaadpopulaties aan te treffen, zoals langs spoorwegen. Echter, MS11 is een mannelijke steriele lijn die, volgens de aanvrager, niet gecommercialiseerd zal worden en alleen gebruikt zal worden voor de productie van hybride zaden. Omdat MS11 niet geïmporteerd zal worden in de EU, is de COGEM van oordeel dat het huidige monitoringsplan volstaat.
Concluderend acht de COGEM de risico’s voor mens en milieu van de hypothetische import en verwerking van MS11 verwaarloosbaar klein. Omdat andere instanties een voedselveiligheidsbeoordeling uitvoeren, heeft de COGEM de risico’s van incidentele consumptie niet beoordeeld.

Download publicatie