Publicaties

Handelingen met een recombinant H7N7 influenzavirus

Adviezen | 18.12.2006 | 061218-01

De COGEM is verzocht te adviseren over handelingen met een recombinant influenza A virus. Het virus is gebaseerd op de niet-virulente verzwakte vaccinstam A/Puerto Rico/8/34 (H1N1). Aan deze stam zijn de genoomsegmenten H7 en N7, afkomstig van een hoog pathogene influenzastam, toegevoegd. Met dit recombinante H7N7 virus (rec-H7N7) wil de aanvrager bepalen of bij mensen na een doorgemaakte infectie met wild type H7N7 antistoffen in hun bloedserum aanwezig is. De aanvrager wil de analyses uitvoeren op inperkingsniveau ML-II.
Rec-H7N7 is niet-virulent, omdat onder andere de basische klievingplaats van H7 afwezig is en een verzwakte vaccinstam de basis van het virus vormt.
Risico’s met deze niet-virulente stam zouden kunnen ontstaan wanneer wildtype H7N7 virus aanwezig is in het patiëntenserum. Mogelijk zou na samenvoegen van het serum en rec-H7N7, in aanwezigheid van cellen waarin de virussen zich kunnen repliceren, recombinatie tussen de virussen kunnen optreden. Dit zou theoretisch tot nieuwe virussen kunnen leiden. De COGEM acht de kans op recombinatie bij de beoogde werkzaamheden echter verwaarloosbaar klein. De kans dat wild type influenza virus aanwezig is in patiëntenserum is namelijk verwaarloosbaar klein, mede doordat eventueel aanwezig wild type virus in het serum volledig geïnactiveerd wordt door een hitte-behandeling.
Gezien deze overwegingen kunnen de werkzaamheden met influenzavirussen volgens de COGEM veilig op ML-II inperkingsniveau uitgevoerd worden. Om eventuele risico’s verder te beperken dienen aanvullende maatregelen in acht genomen te worden, waaronder het uitvoeren van open handelingen in een veiligheidskabinet en het dragen van handschoenen.

Download publicatie