Publicaties

Nieuwe informatie over niet-toegelaten transgene petunia’s

Adviezen | 13.12.2017 | CGM/171213-01

De Finse autoriteiten hebben in het voorjaar van 2017 ontdekt dat er genetisch gemodificeerde (gg-)-petunia’s werden verkocht, terwijl er geen vergunning voor de verkoop en/of teelt van dergelijke gg-petunia’s is verstrekt. Deze gg-petunia’s zijn ook in Nederland verkocht.
De COGEM heeft op basis van de gegevens die eerder dit jaar beschikbaar waren, geoordeeld dat de risico’s van de gg-petunia’s verwaarloosbaar klein zijn. Omdat toen nog niet bekend was welke sequenties de gg-petunia’s exact bevatten, heeft de COGEM aangegeven dat zij opnieuw een advies uit zou brengen wanneer er meer informatie beschikbaar zou zijn. Inmiddels zijn de analyses van de gg-petunia’s afgerond en blijken er twee verschillende typen gg-petunia’s te zijn verkocht. Beide typen bevatten een gen dat de bloemkleur verandert, nl. het maïs DFR gen en het petunia F3’5’H gen. Hierdoor zijn de hoeveelheden en typen van de in bloemen aanwezige pigmenten (anthocyanen) veranderd. Verder bevatten de gg-petunia’s het nptII antibioticum­resistentie­­gen.
De COGEM heeft eerder geconcludeerd dat de aanwezigheid van het nptII gen in planten geen risico voor mens en milieu oplevert. Petunia’s worden in Nederland veelvuldig als éénjarige perkplant verkocht. Petunia’s zijn gevoelig voor vocht en vorst. Hoewel een enkele petuniaplant een milde winter kan overleven, zijn er geen aanwijzingen dat petunia zich in Nederland kan vestigen. Er is geen reden om te veronderstellen dat de gg-petunia’s zich door de veranderingen in het type en de hoeveelheid van anthocyaan­pigmenten en de aanwezigheid van een antibioticum­resistentie­gen in Nederland zouden kunnen gaan vestigen. De COGEM is daarom van mening dat de risico’s van de gg-petunia’s met een veranderde bloemkleur verwaarloos­baar klein zijn.

Download publicatie