Publicaties

Klinische studie met genetisch gemodificeerd Adeno-associated virus ter behandeling van patiënten met reumatoïde artritis (CHDR)

Adviezen | 19.07.2016 | CGM/160719-01

De COGEM is gevraagd te adviseren over een vergunningaanvraag voor een fase I klinische studie in patiënten met reuma. In deze studie wordt een replicatiedeficiënt, genetisch gemodificeerde Adeno-associated virus (gg-AAV) vector in een door reuma aangedaan gewricht van de patiënten gebracht. Deze zogenaamde ART-I02 vector infecteert het gewrichtslijmvlies, dat zich in het gewricht bevindt en brengt hier het ontstekingsremmende eiwit, Interferon-B tot expressie.
De vector is gebaseerd op een laag pathogeen oudervirus en mist de genen die nodig zijn voor replicatie. Bovendien is voor replicatie van AAV ook de aanwezigheid van een helpervirus nodig. Hierdoor kan het gg-AAV wel cellen infecteren, maar zich hierin niet vermenigvuldigen. Om de minimale kans op replicatie en verspreiding van de vector nog verder te beperken, adviseert de COGEM de patiënten met een actieve virale infectie uit te sluiten van deelname aan de studie. De patiënten mogen 4 uur na de behandeling weer naar huis. De COGEM kan niet uitsluiten dat de vector vanuit de patiënt in het milieu uitgescheiden wordt. Aangezien de vector niet kan repliceren, acht de COGEM de kans dat het gg-AAV zich na blootstelling van derden verder kan verspreiden verwaarloosbaar klein. Om een eventuele kiembaantransmissie ten gevolge van uitscheiding te voorkomen, adviseert zij een aanvullend voorschrift te hanteren. Tevens adviseert de COGEM om behandelde patiënten uit te sluiten van donatie van bloed, cellen en weefsels.
Op basis van bovenstaande gegevens en onder navolging van genoemde voorschriften is de COGEM van mening dat de milieurisico’s verbonden aan deze klinische studie met ART-I02 verwaarloosbaar klein zijn.

 

Download publicatie