Publicaties

Inschaling werkzaamheden met gg-Schmallenbergvirus

Adviezen | 29.08.2012 | CGM/120829-02

De COGEM is gevraagd te adviseren over de classificatie van het Schmallenbergvirus (SBV) en werkzaamheden met genetisch-gemodificeerd Schmallenbergvirus (gg-SBV).
Het Schmallenbergvirus is in 2011 voor het eerst aangetroffen in melkvee, maar is in de maanden daarna ook aangetoond in schapen, geiten, herten en een bison. Een infectie met het SBV leidt bij volwassen dieren tot milde symptomen als koorts en diaree van voorbijgaande aard. In de ongeboren vrucht kan het echter leiden tot misvormingen van de ledematen en hersenen met vroeg- en doodgeboorten tot gevolg. De transmissie van het SBV vindt hoofdzakelijk plaats via knutten en blijkt zeer effectief. Op dit moment is nog geen vaccin tegen een infectie met het SBV beschikbaar.
Omdat een infectie met het SBV niet is waargenomen in mensen, beschouwt de COGEM het SBV als dierpathogeen virus. Op basis van de criteria die de COGEM heeft opgesteld voor de classificatie van dierpathogene virussen komt zij tot de conclusie dat het SBV deels aan de criteria voor pathogeniteitsklasse 2 en deels aan criteria voor pathogeniteitsklasse 3 voldoet. Hoewel de COGEM van mening is dat het SBV tot pathogeniteitsklasse 2 kan worden gerekend, acht zij gezien de beperkte ervaring met het SBV vooralsnog een indeling in pathogeniteisklasse 3 het meest passend.
Met het oog op de transmissie via knutten en het feit dat het SBV de mens niet infecteert, is de COGEM van mening dat de inperkende maatregelen zich dienen te richten op het voorkomen van uitsleep van het ggo via knutten. Gezien de zeer kleine kans op besmetting van knutten bij in vitro werkzaamheden adviseert de COGEM deze werkzaamheden op ML-II inperkingniveau uit te voeren. De werkzaamheden in associatie met grote proefdieren adviseert de COGEM op inperkingsniveau DM-III in te schalen. Zij merkt daarbij op dat voor kleine proefdieren op DM-II niveau eenzelfde inperking kan worden verkregen als de dieren in een filtertopkooi worden geplaatst en de handelingen met de besmette dieren in een veiligheidskabinet klasse 2 uit worden gevoerd. Onder deze inperkingsniveaus en enkele aanvullende voorwaarden acht de COGEM de risico’s bij voorgenomen handelingen met gg-SBV voor mens en milieu verwaarloosbaar klein.

Download publicatie