Advies inschaling productiewerkzaamheden met genetisch gemodificeerde cellen verkregen met 3e generatie lentivirale SIN-vectoren
De COGEM is gevraagd te adviseren over de inschaling van productiewerkzaamheden met genetisch gemodificeerde (gg-)cellen in een ‘single-use bioreactor’ (SUB). De gg-cellen (CSTX002) zijn elders vervaardigd met behulp van een 3e generatie SIN lentivirale vector, en brengen twee membraaneiwitten tot expressie. Na de kweek van de gg-cellen in de SUB zullen de cellen gelyseerd worden om membraanblaasjes met deze eiwitten op te zuiveren. De aanvrager verzoekt om de kweek van de gg-cellen plaats te laten vinden op inperkingsniveau MI-II. Hiervoor dient volgens de Regeling ggo onder andere aangetoond te worden dat er geen replicatiecompetent lentivirus (RCL) aanwezig is in de CSTX002 cellen, en mogen geen residuele lentivirale vectordeeltjes aanwezig zijn.
De aanvrager heeft gegevens van verscheidene analyses aangeleverd en concludeert op basis van de testresultaten dat er geen RCL of vrije vectordeeltjes in de CSTX002 cellen aanwezig zijn. De COGEM merkt op dat voor verscheidene analyses enkel het eindresultaat genoemd is en verdere gegevens over de testen ontbreken. Op basis van de gebruikte vectoren is de COGEM van oordeel dat de kans op aanwezigheid van RCL verwaarloosbaar klein is. Zij acht afdoende aangetoond dat er geen andere retrovirussen in de gg-cellen zijn. Op basis van de COGEM formule acht zij eveneens de kans op aanwezigheid van vrije vectordeeltjes gedurende de kweek, verwaarloosbaar klein. Concluderend kan zij instemmen met de uitvoering van de voorgenomen werkzaamheden op inperkingsniveau MI-II.