Publicaties

What is known about the import, distribution and presence of GM oilseed rape (Brassica napus) in the Netherlands?

Onderzoeksrapporten | 22.03.2021 | CGM 2020-02

Het morsen van zaad als gevolg van de import, transport en verwerking van genetisch gemodificeerd (gg-) koolzaad (Brassica napus) kan leiden tot vestiging van transgene planten in het Nederlandse milieu. Na vestiging kunnen gg-koolzaad planten kruisen met hun wilde verwanten of andere kruisbare compatibele soortgenoten zoals raapzaad (Brassica rapa L.), een veel voorkomende plantensoort in Nederland. Herhaaldelijke uitkruising tussen verschillende gg-koolzaad events kan leiden tot stapeling van transgenen waarvan de effecten nog niet bekend zijn. Daarom is onderzoek naar de aanwezigheid en verspreiding van gg-koolzaad een eerste stap in de beoordeling van de mogelijk negatieve effecten van het morsen van zaad tijdens transport. Verschillende gg-koolzaad events zijn toegelaten voor import in Nederland en mogen worden gebruikt in de levensmiddelen- en diervoederindustrie. Op basis van de beschikbare importgegevens was het moeilijk om de huidige toevoer van gg B. napus in te schatten. Dit komt omdat bij import niet centraal geregistreerd wordt of het conventioneel of gg-Koolzaad betreft.  Op basis van gegevens over teelt en export van gg-gewassen in verschillende landen en aanvullend onderzoek, concluderen de onderzoekers dat het onwaarschijnlijk is dat er grote hoeveelheden gg-Koolzaad geïmporteerd worden in Nederland. Om te onderzoeken of gg-koolzaad in Nederland voorkomt, zijn een aantal gebieden bezocht waar de kans op het morsen van zaden het meest waarschijnlijk was. Hiertoe behoorden gebieden langs belangrijke transportroutes (spoorwegen, wegen en rivieren), overslaggebieden (havens) en verwerkingsbedrijven (olieperserijen). Op plekken waar de soort werd aangetroffen, is bladmateriaal verzameld voor genetische analyse. Daarnaast zijn bladeren van andere soorten uit de familie van de Brassicaceae (B. rapa en Sinapis arvensis) bemonsterd om mogelijke stapeling van transgenen in nabije verwante planten op te sporen. Om de mogelijke aanwezigheid van gg B. napus, B. rapa en hun kruisingen op te sporen, is een screeningsstrategie met vijf targets en een endogene controle ontworpen die alle gg-events omvat die commercieel geteeld worden in het buitenland. In totaal zijn 668 individuele planten gescreend in 160 monsters. In geen van de monsters werden een of meerdere targets gevonden. Daarom zijn de 668 afzonderlijke planten niet genetisch gemodificeerd wat betreft de >25 events in kwestie. Het is niet waarschijnlijk dat andere gg-events commercieel worden geteeld buiten Nederland die niet met de gebruikte screeningsstrategie gedetecteerd kunnen worden. Concluderend hebben we geen bewijs gevonden voor de aanwezigheid van gg B. napus bij de bemonsterde olieperserijen en transportroutes.

 

Het COGEM onderzoeksrapport kunt u vinden onder de ‘download publicatie’ knop en het naar aanleiding van de onderzoeksresultaten opgestelde COGEM advies kunt u hier vinden.

Download publicatie