Ontwikkelingen gentherapie in China
China heeft in 2003 geschiedenis geschreven door als eerste een gentherapiegeneesmiddel, genaamd Gendicine® op de markt te brengen. Inmiddels is ook een tweede gentherapeuticum toegelaten tot de Chinese markt. Beide gentherapeutica zijn genetisch gemodificeerde adenovirussen waarmee mensen met uiteenlopende vormen van kanker behandeld worden. De COGEM signaleert dat de ontwikkelingen van gentherapie in China zeer snel gaan. Zo zullen naar verwachting eind 2006 ongeveer 50.000 patiënten een gendicine therapie hebben ondergaan. Dit komt enerzijds doordat de ontwikkelingskosten in China lager zijn dan in het Westen en anderzijds doordat de toelatingsprocedures korter zijn, o.a. omdat minder uitvoerige waarborgen middels klinische studies en ter vermijding van milieurisico’s worden gevraagd. Deze omstandigheden zullen ertoe leiden dat er een verschuiving plaats zal vinden in de ontwikkeling van gentherapie in Europa en de VS richting China. Tevens signaleert de COGEM dat medisch toerisme van patiënten naar China begonnen is. Hierdoor zal Nederland in de toekomst met Chinese gentherapeutica geconfronteerd worden. Milieuveiligheid lijkt geen thema in China, aangezien elke informatie over milieurisico’s ontbreekt. De COGEM verwacht dat de ontwikkelingen in China consequenties zullen hebben voor gentherapie in Nederland en Europa. Zo zullen vragen over de huidige toelatingsprocedures, de rol van overheidsfinanciering bij het onderzoek, als ook over de maatschappelijke acceptatie van gentherapie opnieuw aan de orde komen. De COGEM vindt het belangrijk voor de overheid dat zij goed geïnformeerd blijft over de ontwikkelingen in de biotechnologie en gentherapie in China, en ook in andere Aziatische landen en beveelt aan vormen van participatie in deze ontwikkelingen te bevorderen. Ook dient de overheid waakzaam en voorbereid te zijn ten aanzien van mogelijke milieurisico’s voor Nederland.