Omlaagschaling van handelingen met retroviraal getransduceerde cellen
De COGEM is gevraagd te adviseren over de omlaagschaling van handelingen met retroviraal getransduceerde cellen. Transductie vindt plaats middels een vector die gebaseerd is op het Moloney murine leukemia virus. De vector is in staat om verschillende soorten cellen te infecteren, waaronder humane cellen. De aanvrager is voornemens om de getransduceerde cellen te gebruiken voor microscopie op inperkingsniveau ML-I om de rol van adhesiemoleculen en het cytoskelet op het gedrag van verschillende cellen te bestuderen.
Risico’s van de beschreven handelingen kunnen optreden als gevolg van de eventuele aanwezigheid van replicatiecompetent retrovirus (RCR). RCR’s kunnen gevormd worden tijdens de productie van de vector, maar ook na insleep van replicatiecompetente retrovirussen bij de kweekwerkzaamheden. Daarnaast kunnen vrije replicatiedeficiënte vectordeeltjes uit het oorspronkelijk inoculum achterblijven.
De COGEM is van mening dat alvorens open handelingen onder niveau ML-I kunnen plaatsvinden, de getransduceerde cellen getest moeten worden op afwezigheid van replicatiecompetent retrovirus (RCR). Verder is zij van mening dat de gehanteerde kweek- en wasprocedure het aantal vrije vectordeeltjes reduceert tot verwaarloosbaar kleine hoeveelheden. Om te voorkomen dat tijdens de kweekwerkzaamheden onder ML-II RCR’s gevormd worden door insleep van replicatiecompetente virussen, zijn aanvullende voorschriften opgesteld. Bovendien stemt de COGEM in met de aanvullende voorschriften die zijn opgesteld voor handelingen onder ML-I niveau. Met in acht neming van deze voorschriften, acht de COGEM de risico’s voor mens en milieu bij de beschreven handelingen verwaarloosbaar klein.