Publicaties

Knock-out muizen verkregen via retroviraal getransduceerde embryonale stamcellen

Adviezen | 21.09.2011 | CGM/110921-02

De aanvrager wil met uit de VS afkomstige genetisch gemodificeerde knock-out muizen werken, vervaardigd met behulp van retrovirale virusdeeltjes gebaseerd op Moloney murine leukemia virus. Risico’s die hierbij kunnen optreden hebben te maken met de eventuele vorming en de verspreiding van recombinant en replicatiecompetent retrovirus (RCR).

Voor de productie van de muizen worden embryonale muizenstamcellen (ES cellen) gebruikt die worden geïnfecteerd met retrovirale virusdeeltjes die niet kunnen repliceren. De COGEM kan niet uitsluiten dat er homologe recombinatie plaats kan vinden tussen de verschillende vectoren die gebruikt zijn bij productie van deze virusdeeltjes, en tussen al aanwezige retrovirale sequenties in het DNA van de productiecellijn. Verder is virale transcriptie na integratie in het DNA van ES cellen nog in beperkte mate mogelijk, wat tot mobilisatie van de in het DNA geïntegreerde sequenties kan leiden. De COGEM kan daarom niet uitsluiten dat er recombinaties in het productiesysteem kunnen plaatsvinden en er gedurende het proces van productie van de knock-out
muizen RCR kan ontstaan.

De leverancier van de knock-out muizen controleert de ES cellen op RCR. De gevoeligheid van de PCR zou één retrovirale integratie per cel zijn. Zonder validatie van de gevoeligheid van de PCR en gegevens over de detectie van de PCR voor verschillende retrovirale oppervlakte-eiwitten, kan de COGEM niet uitsluiten dat de test mogelijke recombinatie en het ontstaan van RCR mist. De COGEM adviseert daarom om de knock-out muizen te huisvesten op inperkingsniveau DM-II. Werkzaamheden met weefsels afkomstig van de muis kunnen op ML-II niveau plaatsvinden. De COGEM is van mening dat de risico’s voor mens en milieu van de voorgenomen werkzaamheden op de genoemde inperkingsniveau’s verwaarloosbaar klein zijn.

Download publicatie