Inschaling van werkzaamheden met gg-EIAV getransduceerde kippen
De COGEM is verzocht te adviseren over de inschaling van werkzaamheden met eieren en sperma van twee transgene kippenlijnen en van werkzaamheden met de daaruit voortkomende nakomelingen. De transgene kippenlijnen zijn gegenereerd met lentivirale vectoren die gebaseerd zijn op het zogenaamde Equine infectious anemia virus (EIAV) en brengen beide een fluorescerend eiwit tot expressie. Op basis van de fluorescentie wil de aanvrager een methode ontwikkelen om eieren waaruit hanen komen, te kunnen onderscheiden van eieren waaruit hennen komen. Hiermee hoopt de aanvrager het afmaken van eendagshaantjes te voorkomen. De aanvrager wil de laboratoriumwerkzaamheden uitvoeren op D-I en ML-I inperkingsniveau. De meting van de fluorescentie verzoekt de aanvrager buiten inperking te mogen uitvoeren.
Het EIAV is door de COGEM ingedeeld in pathogeniteitsklasse 2. De COGEM is van mening dat de wijze waarop de genetisch gemodificeerde EIAV geproduceerd is, het meeste lijkt op een tweede generatie productiesysteem voor HIV-gebaseerde zelf-inactiverende vectoren. Hierdoor acht de COGEM de kans uitermate klein dat er tijdens de productie replicatiecompetent lentivirus is ontstaan. Gezien de relatief korte halfwaardetijd van lentivirale vectoren bij de lichaamstemperatuur van de kip acht de COGEM de kans op vrije vectordeeltjes in nakomelingen van de in ovo getransduceerde kippen verwaarloosbaar klein. Door de afwezigheid van aviaire lentivirussen is de COGEM tevens van mening dat de kans op complementatie en recombinatie van de geïntegreerde vector verwaarloosbaar klein is.
Op basis van bovengenoemde afweging adviseert de COGEM de voorgenomen werkzaamheden met nakomelingen en eieren of sperma van de nakomelingen van de in ovo getransduceerde kippen op respectievelijk D-I en ML-I inperkingsniveau in te schalen. De fluorescentiemeting kan onder enkele aanvullende voorschriften buiten inperking worden uitgevoerd.
Op bovengenoemde inperkingsniveau’s en onder navolging van gestelde voorschriften acht de COGEM de risico’s voor mens en milieu die verbonden zijn aan werkzaamheden met nakomelingen en eieren of sperma van de nakomelingen van de in ovo getransduceerde kippen verwaarloosbaar klein.