Publicaties

Inschaling van werkzaamheden met genetisch gemodificeerd Japanese encephalitis virus

Adviezen | 15.10.2015 | CGM/151015-01

De COGEM is gevraagd te adviseren over de inschaling van werkzaamheden met een genetisch gemodificeerd (gg-) Japanese encephalitis virus (JEV). Het betreft een variant van een levend verzwakte vaccinstam genaamd SA14-14-2.
JEV is een virus dat hoofdzakelijk voorkomt in Zuid- en Zuidoost Azië en delen van Australië. Het virus kan via geïnfecteerde muggen overgedragen worden naar de mens waar het een hersenontsteking (virale encefalitis) kan veroorzaken. In Azië komt deze ziekte jaarlijks bij meer dan 50.000 mensen voor. Bij kwetsbare bevolkingsgroepen, zoals ouderen en kinderen, kan een infectie zeer ernstige gevolgen hebben. Er bestaat op dit moment nog geen geneesmiddel tegen virale encefalitis. Er zijn echter wel verschillende vaccins beschikbaar om een infectie met JEV te voorkomen.
De aanvrager wil voor de werkzaamheden gebruik maken van een variant van de vaccinstam SA14-14-2. Deze vaccinstam wordt al meer dan twintig jaar toegepast en is inmiddels aan meer dan 300 miljoen Chinese kinderen toegediend. In het afgelopen decennium kwam SA14-14-2 ook in andere Aziatische landen op de markt, waaronder Zuid-Korea, Nepal, India en Thailand. Tot op heden zijn er geen meldingen gemaakt van vaccin gerelateerde bijwerkingen. Ook is er geen bewijs gevonden voor reversie van de vaccinstam naar het wildtype virus. De gg-variant genaamd SA14-14-2MCV is vrijwel identiek aan SA14-14-2 met uitzondering van een stille puntmutatie. De COGEM is van mening dat deze puntmutatie geen effect heeft op de virulentie van het virus.
Op basis van bovenstaande gegevens is de COGEM van mening dat JEV variant SA14-14-2MCV verzwakt is. De COGEM stemt in met inschaling van de werkzaamheden met SA14-14-2MCV op ML-II inperkingsniveau en is van mening dat de risico’s van de voorgenomen werkzaamheden voor mens en milieu verwaarloosbaar klein zijn.

Download publicatie