Inschaling in vivo werkzaamheden met genetisch gemodificeerd Canine parvovirus
De COGEM is gevraagd te adviseren over werkzaamheden met genetisch gemodificeerd (gg-) Canine parvovirus (CPV).
CPV veroorzaakt acute en soms fatale darmontsteking bij jonge honden. De symptomen van deze ziekte bestaan uit braken, slijmerige of bloederige diarree en gewichtsverlies. Een infectie van volwassen honden verloopt in de meeste gevallen zonder symptomen. Verspreiding van het virus onder honden vindt hoofdzakelijk plaats via gecontamineerde feces, aarde en gebruiksvoorwerpen.
De aanvrager wil honden onderhuids vaccineren met een verzwakte gg-CPV stam, gg-CPV 630att, gevolgd door toediening via de neus of mond van een wildtype CPV veldstam.
Op basis van resultaten met vaccinproeven met gg-CPV 630att in jonge Beagles, het gastheerbereik van het virus en het feit dat CPV is ingedeeld in pathogeniteitsklasse 2, adviseert de COGEM de voorgenomen werkzaamheden op DM-II inperkingsniveau in te schalen en daarbij enkele aanvullende voorschriften te hanteren. Op dit inperkingsniveau en onder navolging van de voorgestelde aanvullende voorschriften, acht de COGEM de risico’s voor mens in milieu van de voorgenomen werkzaamheden verwaarloosbaar klein.