Publicaties

Inperkingsmaatregelen voor werkzaamheden met zeven Capsicum-soorten: C. pubescens, C. cardenasii, C. eximium, C. tovarii, C. chacoense, C. frutescens en C. galapagoense

Adviezen | 09.02.2022 | CGM/220209-01

De COGEM is gevraagd om te adviseren over inperkingsmaatregelen voor werkzaamheden met verscheidene genetisch gemodificeerde (gg-) capsicumsoorten in verband met de plaatsing van deze plantensoorten op Bijlage 7 van de Regeling ggo. Het betreft de soorten: Capsicum pubescens, Capsicum cardenasii, Capsicum eximium, Capsicum tovarii, Capsicum chacoense, Capsicum frutescens en Capsicum galapagoense.

Deze capsicumsoorten staan bekend om de productie van vaak hete vruchten (pepers). Geen van de zeven capsicumsoorten behoren tot de Nederlandse flora en verwilderde capsicumplanten zijn in Nederland nog nooit waargenomen. C. pubescens en C. frutescens worden in Nederland op beperkte schaal commercieel in kassen gekweekt en door liefhebbers in (moes)tuinen of als kuip- of potplant gehouden. Met uitzondering van C. cardenasii, zijn alle capsicumsoorten hoofdzakelijk zelfbestuivers, maar kruisbestuiving is ook mogelijk. Het pollen wordt hierbij vrijwel altijd door insecten overgedragen.

Naast C. pubescens en C. frutescens worden enkele andere kruisbare verwanten in Nederland op grote of kleine schaal commercieel geteeld (met name C. annuum), of worden in (moes)tuinen of als kuip- of potplant gehouden Sommige hobbykwekers winnen zaad van hun planten en zaaien dit opnieuw uit. Ook wordt er zaad tussen hobbykwekers uitgewisseld. Hierdoor zouden, indien gg-stuifmeel van de hier beschreven capsicumsoorten buiten de kas terechtkomt, de transgene sequenties zich kunnen verspreiden.

Alles overwegende adviseert de COGEM maatregelen om voor bovengenoemde zeven capsicumsoorten insectenbestuiving te voorkomen.

Download publicatie