Inperkingsmaatregelen voor werkzaamheden met genetisch gemodificeerde Physalis pubescens (syn. Physalis floridana)
De COGEM is gevraagd te adviseren over inperkingsmaatregelen voor werkzaamheden met genetisch gemodificeerde (gg-)Physalis pubescens (syn. Physalis floridana) in kassen en kweekcellen, in verband met de plaatsing van deze plantensoorten op Bijlage 7 van de Regeling ggo.
Physalis pubescens komt van oorsprong voor in tropische en subtropische gebieden in Noord- en Zuid-Amerika en wordt in Nederland niet aangetroffen. P. pubescens is een éénjarige kruidachtige plant van 40-60 cm hoog. Bloemen van deze plant worden door insecten bestoven. Er kan daarnaast ook zelfbestuiving optreden en er vindt mogelijk ook windbestuiving plaats. Physalis-planten worden ook wel lampionplanten genoemd, omdat de kleine bes die na de bevruchting gevormd wordt, omhuld wordt door een papierachtige vruchtkelk. Er worden incidenteel verschillende andere Physalissoorten aangetroffen in Nederland. De meeste soorten hebben zich niet gevestigd, maar enkele van deze soorten zijn in Nederland te koop. De verwante soort Physalis peruviana (Goudbes) wordt in Nederland op enkele plekken als invasieve soort aangetroffen. Veel Physalissoorten kunnen onderling worden gekruist. Kruisingen tussen P. pubescens en P. peruviana zijn beschreven.
Alles overwegend adviseert de COGEM om bij werkzaamheden met gg-P. pubescens aanvullende maatregelen te nemen om insectenbestuiving en windbestuiving te voorkomen. Aanvullende maatregelen om verspreiding via zaad of ondergrondse plantdelen te voorkomen, acht zij niet noodzakelijk.