Classificatie van Schwanniomyces occidentalis, Trichoderma aggressivum en Verticillium fungicola
De COGEM is gevraagd te adviseren over de classificatie van de schimmels Schwanniomyces occidentalis, Trichoderma aggressivum en Verticillium fungicola. Tevens is de COGEM gevraagd te adviseren over de inschaling van werkzaamheden met genetisch gemodificeerde (gg-) Schw. occidentalis, T. aggressivum en V. fungicola.
Schw. occidentalis is een gist die wereldwijd in de belangstelling staat vanwege zijn capaciteit om zetmeel volledig om te zetten in verschillende suikers. De soort kent een lange historie van veilig gebruik en er zijn geen aanwijzingen dat hij ziekteverwekkend is voor mens, dier of plant. De COGEM adviseert Schw. occidentalis in te delen in pathogeniteitsklasse 1. Vanwege het niet-ziekteverwekkende karakter acht de COGEM de risico’s voor mens en milieu verwaarloosbaar klein indien de laboratoriumwerkzaamheden met gg-Schw. occidentalis op ML-I niveau plaatsvinden.
V. fungicola en T. aggressivum zijn bodemschimmels die ernstige ziekte kunnen veroorzaken bij champignons. Vanwege dit ziekteverwekkende vermogen adviseert de COGEM de twee schimmelsoorten op te nemen in pathogeniteitsklasse 2. Gezien de aard van de voorgenomen werkzaamheden is de COGEM van mening dat deze op ML-I niveau uitgevoerd kunnen worden. Vanwege het sporulerende karakter van beide schimmels dienen open handelingen in een veiligheidskabinet van klasse-II uitgevoerd te worden. Op ML-I inperkingsniveau en onder navolging van het aanvullende voorschrift acht de COGEM de risico’s voor mens en milieu van voorgenomen werkzaamheden met gg- V. fungicola en gg-T. aggressivum verwaarloosbaar klein.