Carrier DNA in gg-gisten en gg-schimmels
De COGEM is gevraagd te adviseren over de eventuele milieurisico’s van grootschalige producties met genetische gemodificeerde (gg-) gisten en schimmels die gemaakt zijn met behulp van transformatiemethoden met enkelstrengs (ss) ‘carrier’ DNA. Het carrier DNA wordt toegevoegd om de transformatie-efficiëntie te verhogen. Normaliter kan een grootschalige productie met ggo’s plaatsvinden op het laagste inperkingsniveau als ggo’s voldoen aan de zogenaamde IAB criteria. Hierbij wordt geen rekening gehouden met de eventuele effecten van de aanwezigheid van carrier DNA bij de constructie van de ggo’s. De COGEM is gevraagd in hoeverre het gebruik van ss-carrier DNA van invloed is op de inschaling van grootschalige producties met gg-gisten en schimmels die verder voldoen aan genoemde criteria. De COGEM heeft in haar overweging carrier DNA betrokken afkomstig van zalm, haring of rund.
De COGEM kan niet uitsluiten dat toevoeging van ss-carrier DNA bij de constructie van gg-gisten en gg-schimmels zou kunnen leiden tot onbedoelde integratie van het carrier DNA in het genoom van het ggo. De COGEM acht de kans echter zeer klein dat een fragment van ca. 2,0 kb van het carrier DNA een compleet gen omvat, en efficiënt en functioneel in gist of schimmel tot expressie komt. Daarbij acht de COGEM de kans verwaarloosbaar klein dat een zalm-, haring- of rundergen een fitnessvoordeel oplevert voor betreffend ggo of van invloed is op de (a)pathogeniteit.
De COGEM adviseert daarom de grootschalige productie met gg-gisten en gg-schimmels die gemaakt zijn in aanwezigheid van ss-carrier DNA dat afkomstig is van zalm, haring of rund en gefragmenteerd is tot fragmenten van ca. 2,0 kb op MI-I inperkingsniveau in te schalen als de betreffende ggo’s voldoen aan de IAB criteria. Onder deze voorwaarden is de COGEM van mening dat een MI-I inperkingsniveau de veiligheid voor mens en milieu afdoende waarborgt.