Advies heroverweging van pathogeniteitsklasse van het coronavirus SARS-CoV-2
Sinds december 2019 is er een wereldwijde uitbraak gaande met het coronavirus SARS-CoV-2 (species Betacoronavirus pandemicum). De COGEM heeft in februari 2020 geadviseerd het virus in pathogeniteitsklasse 3 in te delen. Dit advies is gebaseerd op de ziekte die het virus veroorzaakt en de afwezigheid van effectieve profylaxe of behandeling op dat moment. Hoewel de pandemie tot op heden nog niet tot een einde is gekomen, wordt het virus sinds mei 2023 door de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) niet meer als een ‘Public Health Emergency of International Concern’ gezien. Er zijn verschillende vaccins ontwikkeld, en de afweer onder de Nederlandse bevolking is hoog door vaccinatie of doorgemaakte infectie. De virusvarianten die momenteel onder de bevolking rondgaan, zijn door mutaties minder schadelijk. Deze ontwikkelingen geven aanleiding om de pathogeniteitsklasse van SARS-CoV-2 te heroverwegen.
Het bovenstaande in overweging nemende, is de COGEM van oordeel dat alle momenteel bekende SARS-CoV-2-varianten in pathogeniteitsklasse 2 ingedeeld kunnen worden. Deze inschaling sluit aan bij die van de WHO. Bij werkzaamheden met gg-SARS-CoV-2-varianten dienen aanvullende voorschriften in acht genomen te worden. Werkzaamheden die (mogelijk) kunnen leiden tot het verhogen van de pathogeniteit, de virulentie of de transmissie, of het veranderen van het gastheerbereik van de SARS-CoV-2-virussen dienen op inperkingsniveau III uitgevoerd te worden.